Na jaren van impasse hebben de lidstaten van de Europese Unie een compromis bereikt over een wet die bedoeld is om online seksueel misbruik van kinderen (CSA) te bestrijden. De deal, die werd veiliggesteld door het Deense voorzitterschap, heeft tot doel sociale-mediaplatforms te dwingen illegale inhoud systematisch te verwijderen. De overeenkomst blijft echter zeer controversieel, waarbij critici waarschuwen dat het massale surveillance mogelijk zou kunnen maken.
De kern van de verordening
De voorgestelde CSA-verordening zal een nieuw EU-orgaan oprichten, het EU-centrum voor seksueel misbruik van kinderen, en de nationale autoriteiten de macht geven om technologiebedrijven te dwingen misbruikmateriaal te verwijderen of de toegang daartoe te blokkeren. Het belangrijkste knelpunt – en de reden voor jaren van vastgelopen onderhandelingen – is hoe inhoud wordt gedetecteerd.
Het uiteindelijke compromis vermijdt het verplicht scannen van privécommunicatie door autoriteiten. In plaats daarvan mogen platforms als Facebook Messenger en Instagram zelf berichten scannen. Hoewel Big Tech deze aanpak grotendeels verwelkomt, blijven privacyvoorstanders zeer sceptisch.
Bezorgdheid over het toezicht en valse positieven
Critici beweren dat zelfs ‘vrijwillig’ scannen massasurveillance legitimeert. Patrick Breyer, een voormalig Europarlementariër, noemt de deal een ‘Trojaans paard’ en waarschuwt dat Amerikaanse bedrijven miljoenen berichten van Europeanen zullen scannen zonder bevelschrift.
De nauwkeurigheid van geautomatiseerde detectiesystemen is ook een groot probleem. Uit gegevens van de Duitse federale politie blijkt dat ongeveer de helft van alle CSA-rapporten vals-positieven blijken te zijn, wat betekent dat onschuldige inhoud als illegaal wordt gemarkeerd. De introductie van systemen voor leeftijdsverificatie, zoals identiteitscontroles of gezichtsherkenning, zou de online privacy verder in gevaar kunnen brengen.
Het pad voorwaarts
De onderhandelingen met het Europees Parlement en de Commissie (de zogenaamde ‘trialogen’) zullen in 2026 beginnen. De uitkomst hangt af van de balans tussen kinderbescherming en fundamentele rechten en gegevensbeveiliging. De verordening moet ook worden afgerond voordat de e-privacyregels aflopen, waardoor bedrijven momenteel onder specifieke uitzonderingen vrijwillig kunnen scannen.
Het compromis betekent een stap voorwaarts, maar de werkelijke impact op privacy en toezicht blijft onzeker. Het debat onderstreept de groeiende spanning tussen veiligheidseisen en digitale vrijheden in de EU.





























